Durven, kunnen en mogen we die omslag ook echt maken? De focus in beleid – en in de maatschappij – blijft vaak vooral liggen op werken, geld verdienen en meedraaien zonder uitkering.

De afgelopen tijd was er aandacht in de media voor het parttime ondernemen vanuit de bijstand (zoals hier en hier). Geweldig, en heel fijn dat deze ruimte aan het groeien is. Dat er andere mogelijkheden ontstaan voor mensen met een bijstandsuitkering.

Erna Smeekens, oprichter van de eerste coöperatie en lansbreker voor deze ondernemersruimte, houdt een hartstochtelijk betoog over de focus op uitstroom in de media. Ze spreekt over mensen met onzichtbare beperkingen. En mensen die mogelijk nooit gaan uitstromen. Die toch via een sociale coöperatie op een voor hen maximale manier kunnen bijdragen aan de maatschappij en aan zichzelf. Is dat nu niet juist waar participatie om gaat?

In deze artikelen is inderdaad een duidelijke focus op uitstroom te lezen. Hoeveel mensen daarmee uit de bijstand kwamen. Gelukkig, andere voordelen worden ook genoemd:

  • Mensen verdienen een deel van hun uitkering terug. Dat bespaart de gemeente geld.
  • Mensen voelen zich weer nuttig en gewaardeerd. Ze werken, verdienen en draaien mee.

Juist deze twee voordelen mogen wat mij betreft van de daken geschreeuwd worden!

In reactie op het schrijven van Erna reageert een karttrekker van een andere coöperatie, dat beleidsmedewerkers en subsidieverstrekkers haar zeggen, richt je dan op een gemakkelijkere doelgroep, waarmee je meer resultaat bereikt. Verontrustend! Ik maakte dat ook mee met een project voor verstandelijk soms meervoudig beperkte kinderen met overgewicht. Deze doelgroep was vaak uitgesloten bij subsidies of andere projecten. Te complex. Gaat participatie nu niet juist om deze mensen?

Zelf ben ik zo’n persoon met onzichtbare beperkingen, waar Erna over spreekt. In theorie tot veel in staat. In praktijk vertraagd door mijn lichaam. Regelmatig ’s middags een uurtje, of langer, naar bed. De ene week werk ik nauwelijks 15 uur, de andere week 30 uur (daar boet ik voor). De ene dag werk ik vooral in de ochtend, de andere dag ben ik ’s avonds veel fitter. Een lichaam dat niet goed reageert op veel stress. Een geest die veel wil en ik steeds moet afremmen. Zo dankbaar voor de ruimte om naar mijn vermogen te ondernemen en weer te werken. In mijn eigen tempo. Een tempo dat vaak toch al groter is dan goed voor me. Vanuit mijn mogelijkheden volop bezig met toekomstdromen en bouwen aan kansen. En toch, zonder deadline.

Participatie mag in mijn ogen juist dit zijn. Mensen naar vermogen laten bijdragen, hetzij in een baan / als zelfstandig ondernemer, hetzij als vrijwilliger (en alle mogelijkheden die er meer zijn) of als parttime ondernemer met ondersteuning van uitkering. Los van theoretische mogelijkheden die in de praktijk zelden waarheid worden. Maar bekeken vanuit de realiteit. Realistisch de kansen inschatten van de rol die iemand (op dat moment) het beste kan hebben in de maatschappij. Los van prestatie. Participatie die voldoende is en op zijn juiste waarde geschat wordt. Dat zou mooi zijn, als we die omslag echt kunnen maken.

Disclaimer 1: Uiteraard gaat dit niet over mensen die geen zin hebben om te werken. En niet over mensen die kort in de bijstand zitten en grote kans hebben hier weer uit te komen. Het gaat over de mensen die niet aan werk komen. Mensen die dolgraag weer van betekenis willen zijn. Die met hulp geheel of gedeeltelijk ondernemer kunnen worden.

Disclaimer 2: Vrijwilligerswerk is uiteraard ook een schitterende manier om aan de maatschappij bij te dragen en jezelf een positieve boost te geven. Ik heb het zelf ook jarenlang gedaan. Toch voelde ik een verschil wanneer je eigenlijk gewoon betaald werk wilt doen. Je kunt overal als vrijwilliger aan de slag en die betaalde baan vind je maar niet. Via de coöperatie word ik er zelf niet rijker van, maar ik word wel betaald voor mijn werk. Al heb ik nog steeds een uitkering, ik werk weer en ik verdien geld!